Het favoriete buitenland van de Belg is Spanje, dat onze landgenoten trouwens maar wat graag ziet komen. De Belgen betalen er voor een woning gemiddeld tot 30 procent meer dan de Spanjaarden, en ook gemiddeld 5 à 10 procent meer dan de andere buitenlanders. Bovendien kopen Belgen doorgaans met cash, zodat de deal haast altijd doorgaat. Als we kijken naar de prijsbepalende factoren, dan wordt meteen duidelijk waarom er steeds meer tweede verblijven in het buitenland worden gekocht, en dat dit de jongste jaren tegen gemiddelde hogere prijzen gebeurt. De lage rente is een cruciale factor. Die maakt vastgoed heel aantrekkelijk en zorgt mee voor hogere prijzen. Maar ook de economische en politieke toestand van een land is heel belangrijk. Die verklaart waarom landen als Spanje en Portugal de jongste jaren extra kopers hebben weten aan te trekken, en waarom bijvoorbeeld Italië minder aantrekkelijk is geworden. Om maar te zwijgen over landen als Turkije en Egypte die nog niet zolang geleden op heel wat belangstelling van buitenlandse kopers konden rekenen, maar nu nog nauwelijks interesse opwekken. In vergelijking met andere beleggingen doet vastgoed het momenteel prima. Veel investeerders vinden aandelen te risicovol, terwijl beleggingen met een laag risico, zoals het spaarboekje en obligaties, weinig of niks opbrengen. Vastgoed heeft voor de vermogende Belg een goede verhouding tussen risico en opbrengst. Tot slot is ook de demografische situatie gunstig. De babyboomgeneratie heeft voldoende kapitaal verzameld om de droom van een woning in het zuiden eindelijk te doen uitkomen. Ook de mobiliteitsmogelijkheden zijn fors verbeterd, met dank aan de lagekostenmaatschappijen en de gunstige fiscaliteit voor vliegtuigreizen (Bron: Trends 11/07/2019)